Ennemaborgh -1-

 

Korte geschiedenis
De Ennemaborgh zal van oorsprong een versterkte boerderij zijn geweest, ontstaan op de plaats waar in die tijd een rijke boer, als bescherming tegen op buit, wraak of macht beluste vijanden, om het woonhuis en de stallen heen een houten palissade maakt. De oorspronkelijke vorm van versterkte boerderij ontwikkelt zich tot een in steen opgetrokken borg –waarin het woord ‘bergen’ en ‘burght’ is terug te vinden- die alleen maar dient als vluchtplaats in tijden van nood. Wel is de borg vlakbij een boerenbedrijf gebouwd. De versterkte borg en de boerderij, de moestuin en de boomgaard zijn vaak omringt door een gracht. Behalve toevluchtsoord wordt de borg ook symbool van macht. Wie het zich kan veroorloven een borg te laten bouwen, bezit ook de mogelijkheden om macht uit te oefenen. In de 14e eeuw komen daaruit de hoofdelingen naar voren, mensen soms zelfs met een kleine ruitermacht en eigenaar van een borg met de daarbij behorende landerijen. Heb je een borg in eigendom, dan heb je ook allerlei rechten op bijv. bestuurlijk niveau in het bestuur van de streek, maar ook in de rechtspraak. Diverse borgbewoners gaan zich derhalve jonker noemen. De Gouden Eeuw is ook voor de jonger een bloeitijd geweest, terwijl er een einde aan komt in de 18e eeuw. De burgerij krijgt ondermeer door de handel een grotere rol en op het einde van de 18e eeuw is de borg alleen nog bedoeld als buitenplaats voor de landadel, grootgrondbezitters die hun land verpachten en veel in de stad wonen.

Het bouwjaar van het steenhuis, waarmee de geschiedenis van de Ennemaborgh is begonnen, is niet bekend. Evenals de andere steenhuizen in de provincie Groningen is het vermoedelijk in de 14e eeuw. In de kelder en de achtergevel zijn daar nog sporen van te vinden. De oudste documenten gaan terug tot 1391, waar een zekere Sebo Ennens of Ennema als hoofdeling in Scheemda wordt genoemd. In 1391 wordt als voorloper een steenhuis genoemd, die mogelijk heeft bestaand uit twee verdiepingen met een grondvlak van ca 10x10 meter. De oudste vermelding van steenhuizen natuurt uit 1271. Wanneer het steenhuis is gebouwd en waarom op deze plaats blijft voorlopig onbekend. Het heeft in die tijd overigens op een geheel andere plaats gelegen, namelijk zo’n 3 km ten zuiden van de toenmalige Midwolda.

De Ennemaborgh neemt in de geschiedenis van de strijd om de macht tussen de stad en Ommeland geen vooraanstaande plaats in. De stad heeft het voor het zeggen in het Oldambt. Door huwelijken zijn de voormalige bewoners verbonden met onder andere de Ommelander adellijke families Alberda en Siccama. In de periode van 1651 en 1800 heeft de Ennemaborgh zijn huidige vorm gekregen met de ingang naar de hoofdweg van Midwolda. Oorspronkelijk is de hoofdingang geweest aan wat we nu de achterkant noemen. De bijna 3 km lange oprijlaan in de richting van Scheemda is daarvan nog een stille getuige.

Een tekening van de voormalige borg met twee torens door Stellingwerf.
Afb. boven: Tekening van Stellingwerf waarop de borg nog wordt afgebeeld met twee
torens en een duiventil net boven de gracht.

In de 17e eeuw zien we dat J. Stellingwerf veel borgen tekent in de provincie Groningen. Zo tekent Stellingwerf ook de Ennemaborghh die er dan totaal anders uitziet dan tegenwoordig. Het gebouw dat we daarop herkennen is afgebeeld als een zogenaamde ‘waterborg’, wat wil zeggen dat het opgaand muurwerk in het water staat. Centraal staat het gebouw dat mogelijk een restant is van een steenhuis, met aan weerszijden een zeszijdige toren met uivormige bekroning. De torens zijn vermoedelijk omstreeks 1600 aan het steenhuis toegevoegd. Het geheel is toegankelijk via een brug. Een mooi detail is de duivenkast, die net boven het water aan de gevel is te zien. Het is niet duidelijk vanaf welke zijde de borg hier getekend is, maar door de aangebrachte schaduw aan de linkerzijde van de toren en het huis, ontstaat de indruk dat de borg vanuit het zuiden is getekend, wat de huidige achterkant van de borg is.

Heeft de Ennemaborgh aan het begin van de 18e eeuw nog twee torens, in het midden van dezelfde eeuw worden zeKaart gesloopt en worden ook de grachten gedempt. De borg heeft zijn functie als toevluchtsoord, als verdedigingswerk verloren en op de oude fundamenten verrijst de nieuwe Ennemaborgh, een vriendelijk en deftig landhuis.
De Hora’s beginnen in 1801 voorzichtig met de ontginning van ongeveer 60ha veen. De borg is vele malen verbouwd. De huidige vorm is een 18e-eeuws buiten, gelegen in een baroktuin. In 1817 is er geen erfgenaam meer die de borg wil beheren. Het landgoed wordt verkocht voor f 11.050,- wat in die dagen een riant bedrag is, aan twee Friese investeerders die een rentmeester aanstellen. In 1819 wordt ontginning van het veen groots aangepakt met de ontginning van 300 ha en wordt een hoofdwijk, de "Turfwijk" gegraven om de turf af te voeren naar het Winschoterdiep, waar het wordt overgeladen in tjalken voor verder vervoer. Aan het einde van de Turflaan is net buiten het hek nog een stukje van de Turfwijk te vinden.

Aan het eind van de 19e eeuw zijn de eigenaren zo talrijk geworden dat de borg wordt ondergebracht in een familie-NV. In 1965 koopt de Stichting Het Groninger Landschap alle aandelen. De borg wordt tegenwoordig bewoond door Maya Wildevuur, beeldend kunstenaar en is niet te bezichtigen. Zij heeft er haar atelier en galerie. In het koetshuis is een restaurant gevestigd.
Op de kaart rechts krijgt men een overzicht van het landgoed “Ennemaborghh” zoals dat er omstreeks 1957 heeft uitgezien, met aan de noordkant van de Hoofdweg de boerderijen van Boerema (Boszicht) en Dallinga, aan de linkerkant en aan de rechterkant de ijsbaan ‘de Kleine Dollard’. Aan de noordkant van de ijsbaan ligt eerder het Koediep. Aan de zuidkant van de Hoofdweg de borg met het koetshuis en de gracht om de borg, de hertenkamp en nog net zichtbaar onderaan de kaart het 'Hoog Baargje' met de 'Kattestaart' die niets anders is geweest dan het aanvoerpad voor de kruiwagens met uitgegraven klei van de afwateringssloot langs het bos. In het bos zijn inmiddels zandpaden aangelegd en het bos is voor bezoek opengesteld.

Hora
Foto boven: Aan de voorkant van de kerk, boven de ingang prijkt dit bord waarop staat aangegeven
dat Johan Hora, raadsheer van de Stad Groningen en kerkvoogd Jan ritzes de kerk in 1738
hebben laten bouwen. Deze werd ingezegend door Wilh. Schortinghuis
op 26 oktober van hetzelfde jaar.

De kaart hieronder is een vrij oude kaart van de Ennemaborgh, waarop het borgterrein zichtbaar is aan het begin van de 20e eeuw. In het document wordt de grens tussen Reiderland en het Oldambt geregeld. Daarna zwijgt de historie twee eeuwen over de Ennema’s. De Stad heeft het voor het zeggen in het Oldambt.
Door huwelijken zijn de bewoners verbonden met de Ommelander adellijke families Alberda en Siccema. Vooral als de naam Hora aan de Ennemaborgh wordt toegevoegd. Wilhelmus Hora is de zoon van een rijke bankdirecteur uit Groningen. Met zijn geld wordt het gebied sterk uitgebreid en wordt de borg tot het huis dat er nu staat. In de kerk van Midwolda zijn de kerkbanken van de Hora’s nog steeds te bewonderen, compleet met de familiewapens.
De borg heeft vele roerige tijden meegemaakt. Zo ook in 1748. De verveners willen een gunstiger contract en om dit af te dwingen staan er plotseling gewapende mannen voor de poort van de borg. Catharina Wolters beheert op dat moment de borg. Zij staat de mannen in de voordeur te woord. De mannen dreigen haar te vermoorden als ze de contracten niet wijzigt. Zij weigert zelfs na die dreiging en de mannen druipen af, verbluft door zoveel vastberadenheid.
Deze rentmeester gaat hard aan het geld verdienen met vervening, houtverkopingen en verpachten van landbouwgrond. Hij krijgt een vast inkomen en provisie van de winst die hij maakt. Door de enorme winsten die hij maakt, wordt hij een van de rijkste mensen van Groningen.

Een oude ansichtskaart van de Ennemaborg.


In 1817 is er geen erfgenaam meer die de borg wil beheren. Het landgoed wordt verkocht voor f11.050,- wat in die dagen een riant bedrag is, aan twee Friese investeerders die een rentmeester aanstellen.
Tegenover de borg staat een schitterend gerestaureerd arbeidershuisje. Vóór de restauratie is het huisje bewoond geweest door Fokke Duut die in de zomer altijd op een bankje te zien is geweest tegen het lage muurtje rechts op de foto, naar alle voorbijgangers zwaaiend met zijn stok. Opoe Duut is dagelijks even te zien bij het hertenkamp aan de overzijde van de straat.

Het arbeidershuisje aan de overzijde van de weg.Oma Duut brengt elke dag een bezoek aan de dieren bij de Ennemaborg.
Foto links: Het arbeidershuisje van Fokke Duut met rechts Opoe Duut die elke
dag een bezoek komt brengen aan het hertenkamp bij de Ennemaborgh.

 

Wilde paarden in het bos.Midwolderbos
Het bos achter de borg is in het begin van de tachtiger jaren omgevormd tot een natuurlijk bosgebied. Er wordt niet meer gekapt voor de houtteelt en het dode hout wordt niet meer weggehaald, maar blijft in het bos liggen. Het bos wordt begraasd door koniks (wilde paarden). De bosbodem is bij gedeelten leemhoudend en bij vochtige weersomstandigheden erg nat, terwijl andere delen van het bos veel droger blijven. Mede hierdoor ontstaat er een variatie aan wilde planten. Door de rijkdom aan kruidachtige planten, struiken en levende, maar ook dode bomen, komen er in het Midwolderbos veel vogelsoorten voor. In de herfst is het bos aantrekkelijk door zijn vele soorten paddenstoelen. Verder naar achteren, aan de oostzijde van het bos, is in 1991-1992 een veertig hectare groot plassengebied ingericht. Dit terrein, een grote plas met enkele kleinere plassen, is een aantrekkelijk gebied voor water- en oevervogels. De diepte van het gebied in ongeveer 2 ½ km en er lopen wandelpaden doorheen.
De status van Ennemaborgh wordt nu bepaald door natuurlijk beheer. Dood hout laat men liggen; de schimmelwerking bevordert de groei van paddenstoelen. Bezoekers kunnen niet alleen vanachter de ruiten genieten van het park, maar ook in de uitkijkposten. Dankzij de natuurplassen die zijn gegraven, bulkt het er van de vogels en krioelt het van de vis. Kikkers hebben bijna net zo'n grote bek als de schapen die er rondlopen. En als je heel stil op een bankje gaat zitten, dan hoor je zelfs het geruis van de libellen.

Sinds het Groninger landschap de Ennemaborgh in 1965 in eigendom kreeg, is er een hoop gebeurd op het landgoed. De borg zelf, die al in de 14de eeuw heeft bestaan met twee torens, is opgeknapt. De tuin, aanvankelijk in de 17de en 18de eeuw uitgevoerd in de strakke barokstijl maar daarna vervangen door de Engelse landschapsstijl met z'n heuvels, kronkelpaadjes en vijvers, is teruggebracht in de oorspronkelijke stijl. Stinzeplanten zijn terug gekomen, er zijn boomgaarden aangelegd met appels en noten en in de uitbreiding van het park viert de symmetrie weer hoogtij.
Ook de bijgebouwen zijn aangepakt. Het koetshuis is getransformeerd tot restaurant, daglonerswoninkjes zijn opgeknapt, er is een hertenkamp aangelegd en er zijn recreatieplekken gemaakt. Het langgerekte park, dat ook wel het Midwolderbos wordt genoemd, staat vol met eiken, beuken en essen. Midwolda wordt vroeger wel de hoofdstad van het Oldambt genoemd, het lage (en lege) gebied in Oost-Groningen, dat op dit moment een metamorfose ondergaat. Knokken hun voorouders eeuwen geleden tegen de voortdurende overstromingen van de Dollard, nu hebben de Groningers een groot deel van het gebied (800 ha) bewust weer onder water gezet in de hoop dat dit de bouw van woningen zal stimuleren alsmede de komst van recreatievoorzieningen.
Het is een idee dat zo'n vijftien jaar geleden ontstaat, als de landbouw dreigt teloor te gaan en de verpaupering (vele braak liggende percelen grond) zich aankondigt. Een 'supermeer' (in eerste instantie wordt nog uitgegaan van 10 000 ha) moet van het Oldambt het Venetië van het Noorden gaan maken, in plaats van een 'ecologische woestijn' waarin de monocultuur van graan, bieten en aardappels een zwarte toekomst wordt voorspeld.
En de borg is tegenwoordig een paleisje van kleur en licht, waar de bewoners niet meer achter de ruiten zitten om te zien hoe ver hun land reikt. Sinds 1992 bewoont Maya Wildevuur met man Jan het landhuis, heeft er een atelier en een galerie in gevestigd en stelt het gebouw open voor het publiek. Van verre is al te zien dat de kunstenares (1944) een voorliefde heeft voor felle kleuren en exotische spulletjes, dag en nacht branden er lampjes achter de ramen van de borg.
Maya verzamelt haar leven lang al kunstvoorwerpen over de hele wereld, tot in Tahiti en Gambia, maar stalt ook antiek uit tussen haar eigen bonte schilderijen en aangekochte kunst. De grote kamer is haar atelier, dat vol staat met schildersezels en verfpotten. Eén voorkamer staat vol met 'vibrerend roze', de andere is de 'blauwe kamer'. In de kelders zijn onder meer de doodskisten te zien waar Maya haar kleurrijke visie op heeft uitgeleefd als in haar schilderijen. In deze houten sarcofagen zullen zij en Jan hun laatste rustplaats vinden. Onder het motto 'De kist is klaar' heeft het stel alle tijd om te genieten van Ennemaborghh en de omgeving, inclusief de Blauwe Stad.

 

Koninks in het bos
Werkelijk uniek in de wereld is dat op landgoed Ennemaborgh samen met de begroeiing ook paarden opnieuw mogen verwilderen en zich ontwikkelen zonder de foktechnische bemoeienis van mensen. We kennen in Europa nog wel halfwild levende paarden, bijvoorbeeld de New-Forest-pony, de Exmoor pony, het Dülmer Wildpferd. Dat zijn allemaal rassen die geëxploiteerd en gefokt worden. Op de Ennemaborgh mag het paard zich in harmonie met zijn omgeving ontwikkelen. Hier zijn geen dekhengsten meer, maar de merries mogen zelf hun partner kiezen. De paardenfokkerij is afgeschaft ten gunste van de natuurlijke evolutie. Zo'n experiment is slechts éénmaal eerder gedaan. In het begin van de vorige eeuw worden namelijk in Polen de laatste afstammelingen van de tarpans, nu koniks geheten, in het oerbos van Bialowieza Koninks paardenvrijgelaten. De laatste wereldoorlog verstoort dit experiment wreed. Nu leven deze wilde paarden in de uitgestrekte productiebossen van het schiereiland Popiëlno aan de oevers van de Masourische meren. In 1981 ziet de Stichting Tarpan haar wens met succes bekroond. Met financiële steun van het Prins Bernardfonds is ze in staat een zeer sterk gebouwde konikhengst en enkele prachtige drachtige merries in te voeren. Deze in het wild opgegroeide paarden worden in bruikleen overgedragen aan de eigenaar van het landgoed de Ennemaborghh, de Stichting Het Groninger Landschap. De naam van de hengst is Nagar en de namen van de merries Jota en Ozanka.
Het project op de Ennemaborgh staat niet op zichzelf. Verwacht wordt dat de draagkracht van de plantengroei de populatie koniks of 'tarpans' hier zal beperken tot slechts enkele kudden van elk zo'n tien dieren. De Stichting Tarpan heeft daarom meteen het initiatief genomen tot een tweede import. Dit heeft ertoe geleid dat Staatsbosbeheer in 1984 maar liefst vijfentwintig koniks heeft ingevoerd. Deze dieren zijn ingezet bij het beheer van de Oostvaardersplassengebied. Door de zorgvuldige keuze van de beide aankopen is een zeer goede spreiding gekregen over de beschikbare bloedlijnen, zodat van inteelt voorlopig geen sprake zal zijn.

Het landgoed de Ennemaborgh ligt op een langgerekte keileemopduiking in het Oostgroninger landschap tussen het brede dal van de Hunze en de uitgestrekte kwelderlandschappen. In het noorden is de Dollard door tot aan de borg doorgebroken en vanuit het zuiden groeit het natte hoogveen tot het hoger gelegen gebied. Heel toepasselijk noemt met enkele eeuwen geleden dit gebied het schiereiland van Winschoten. Tussen veen en zee handhaaft hier zich het Groninger oerbos. Het dorp Midwolda bij de Ennemaborgh vormt, zo zegt de naam, de kern van dit oerbos. Het oerbos heeft al eeuwen geleden moeten plaatsmaken voor bouwland en de huidige tachtig hectare bos van het landgoed is eerst in de 18e eeuw en het begin van de 19e eeuw aangeplant. Dankzij de ruilverkaveling heeft de Stichting Het Groninger Landschap nog tachtig hectare geploegd bouwland aan het natuurgebied toe kunnen voegen. Het bos en het open gebied worden nu samen beheerd door middel van begrazing. De paarden en in het begin ook een aantal koeien (blaarkoppen) kunnen vrij over het hele gebied uitzwerven.

De paarden blijken in het bos een zeer geleidelijke invloed uit te oefenen. Uit hoefsporen en keutels is duidelijk dat ze overal komen. Vooral in september tot en met april, als gras op het voormalige bouwland minder overvloedig en voedzaam is, verblijven de paarden in het bos. Daar nemen ze een keur van voedsel tot zich. Ze zoeken zeer zorgvuldig alle gevallen essebladeren, eikels, twijgen en takken van diverse struik- en boomsoorten, schors en bast - vooral van iep, es en esdoorn - dode takjes, dode brandnetelstengels, braambladeren, klimop en gras. Speenkruid en meidoorntakjes met jonge blaadjes zijn het eerste verse groen in het voorjaar en zeer gewild. Het zal duidelijk zijn dat deze begrazing invloed heeft op de ontwikkeling van het bos, bijvoorbeeld in de groeivorm van struik en boom en op de verjonging. Betreding kan zich uiten in geringe verandering van de bodemstructuur zonder dat de begroeiing daar aanwijsbaar door verandert, maar ook in het volledig opentrappen van de bodem.

Het natuurbos van de Ennemaborgh is nog maar in het begin van zijn ontwikkeling. Het terrein kent een grote verscheidenheid aan grondsoorten - variërend van venig zand tot potklei -, hoogteverschillen, verschillen in vochtigheid en voedselrijkdom. Het zal echter nog vele tientallen jaren duren voordat de variatie in spontane begroeiingen deze verscheidenheid aan bodemtypen volledig weerspiegelt. Begrazing is daarbij een noodzaak. Zonder de wilde paarden bleek de begroeiing alleen maar gelijkvorminger te worden.

Foto van de achterzijde van de borg.
Foto boven: Een foto van de achterzijde van de Ennemaborgh.

Bronnen:
1. Midwolda. Vrouger, Ennemaborgh.
2. De Ommelander Borgen en Steenhuizen.
3. NRA borgen. Groninger Borgen. Kastelen van het Hoge Noorden.
4. Trouw, 24 juni 2005. Statussymbool Ennemaborgh wordt oerbos en keurig paleisje.
5. Natuurbos in Nederland van Hans van der Lans en Gerben Poortinga.

6. De boerderijen in het Wold Oldambt (deel 1 en 2).

Verder lezen. Deel 2 over de Ennemaborgh. Verder lezen: Deel 2.

 


Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorgvuldigheid besteed. Desondanks kunnen er best fouten

voorkomen. Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen...

geef die dan even aan mij door via mijn E-mail adres.

Hoogeveen, 6 mei 2009
Verhaal: © Harm Hillinga

 

Menu Artikelen.HomePage.